Kleuren
lick here to edit.
De kleurencirkel van Itten:
In het midden van de kleurencirkel zie je 3 kleuren: geel, rood en blauw. Dit zijn primaire kleuren.
In de driehoek daar omheen zie je groen, oranje en paars. Dit zijn de secundaire kleuren. Secundaire kleuren noemen ze ook wel eens mengkleuren. Als je blauw en geel mengt, krijg je groen. Als je geel en rood mengt, krijg je oranje en als je rood en blauw mengt, dan krijg je paars.
In de buitenste cirkel staan de tussengradaties. Dit zijn kleuren die tussen de ene kleur en de andere kleur in liggen. De kleuren die tegenover elkaar liggen aan de buitencirkel die heffen elkaar op. Dit wil zeggen dat het schilderij of het kunstwerk wat iemand heeft gemaakt er helemaal uitspringt. Als je twee kleuren die tegenover elkaar staan mengt, dan krijg je grijs. Dit zijn complementaire kleuren. Door twee kleuren te gebruiken die tegenover elkaar staan in de buitenrand, springt het er echt uit. Veel schilders doen dit om deze rede.
Je hebt ook koude en warme kleuren:
Koude kleuren zijn blauw en paars, deze wekken een koele sfeer op.
Warme kleuren zijn rood en oranje, deze wekken een gezellige sfeer op.
Door kleur te gebruiken in schilderijen of stillevens, zie je dat er bepaalde elementen uitspringen. Die bepaalde dingen vallen dan extra op.
Nu je een aantal dingen hebt geleerd, ga je zelf aan de slag. Ga verder naar de opdrachten. Als je het even niet meer weet, kijk je gewoon even terug in de theorie.
Veel leer- en kijkplezier!
In de driehoek daar omheen zie je groen, oranje en paars. Dit zijn de secundaire kleuren. Secundaire kleuren noemen ze ook wel eens mengkleuren. Als je blauw en geel mengt, krijg je groen. Als je geel en rood mengt, krijg je oranje en als je rood en blauw mengt, dan krijg je paars.
In de buitenste cirkel staan de tussengradaties. Dit zijn kleuren die tussen de ene kleur en de andere kleur in liggen. De kleuren die tegenover elkaar liggen aan de buitencirkel die heffen elkaar op. Dit wil zeggen dat het schilderij of het kunstwerk wat iemand heeft gemaakt er helemaal uitspringt. Als je twee kleuren die tegenover elkaar staan mengt, dan krijg je grijs. Dit zijn complementaire kleuren. Door twee kleuren te gebruiken die tegenover elkaar staan in de buitenrand, springt het er echt uit. Veel schilders doen dit om deze rede.
Je hebt ook koude en warme kleuren:
Koude kleuren zijn blauw en paars, deze wekken een koele sfeer op.
Warme kleuren zijn rood en oranje, deze wekken een gezellige sfeer op.
Door kleur te gebruiken in schilderijen of stillevens, zie je dat er bepaalde elementen uitspringen. Die bepaalde dingen vallen dan extra op.
Nu je een aantal dingen hebt geleerd, ga je zelf aan de slag. Ga verder naar de opdrachten. Als je het even niet meer weet, kijk je gewoon even terug in de theorie.
Veel leer- en kijkplezier!